Bloedsuiker klinkt niet zo gezond, maar dit stofje is onmisbaar voor je energie. Iedere keer als je eet, zet je lichaam koolhydraten om in glucose, oftewel bloedsuiker. Om je bloedsuikergehalte op peil te houden, is het dus belangrijk om op je voeding te letten.

Er bestaan namelijk snelle en langzame koolhydraten. De snelle variant zit bijvoorbeeld in producten van witte meel. Langzame koolhydraten vind je weer in volkorenproducten. Dus om je glucosegehalte stabiel te houden, neem je bijvoorbeeld beter volkoren spaghetti in plaats van de gewone variant. Of kies voor een sneetje volkorenbrood, in plaats van een wit kadetje.

Het klinkt misschien niet lekker, maar een à twee eetlepels azijn voor je maaltijd helpt je glucosegehalte onder controle te houden. Azijnzuur vertraagt onder andere de spijsvertering. Ook remt het de enzymen af die zetmeel en suiker afbreken.

Het zure goedje heeft echter nog meer foefjes om te zorgen dat er minder snel glucose in je bloed komt. Dus ga je een lekkere pizza eten of staat er een dampende stamppot voor je neus? Neem dan eerst een scheutje azijn.

Overigens mag je allerlei azijnsoorten kiezen en hoef je het niet puur te drinken. Verdun bijvoorbeeld een beetje appelazijn met water of sprenkel wijnazijn over je salade of groentes. Eet deze dan wel voordat je aan de koolhydraten begint.

Bewaar de koolhydraten voor het laatste als je eet. Kies eerst voor de groenten en proteïnen en neem dan pas de pasta, rijst of aardappelen. Uit diverse onderzoeken blijkt dat deze volgorde een gunstig effect heeft op de opname van de glucose in het bloed.

Als je van de kruidige en zoete smaak van kaneel houdt, heb je geluk. Een theelepeltje van deze specerij per dag zou je namelijk kunnen helpen aan een stabielere glucosespiegel. Dus doe een snufje over de havermoutpap of gebruik het 's avonds in een stoofpot. Je doet er dan niet alleen een voordeel mee voor je bloedsuikerniveau, maar je maakt je ontbijt of diner ook nog eens lekkerder.